Skip to content

Leegstand? Ontmoetingsplek vol leven!

Leegstaande verzorgingshuizen, dode plekken in de wijk. Wat moet je ermee? Als gemeenten, zorgorganisaties en woningcorporaties anders, creatief en innovatief durven denken en doen, toveren we ze om in bruisende, levendige plekken waar oud en jong elkaar ontmoeten.

We gaan langer zelfstandig wonen. Dat is de basis onder de extramuralisering en de transitie in de langdurende zorg. Wat we soms vergeten is dat ‘we’ al sinds tientallen jaren steeds langer zelfstandig wonen. Sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw is het aantal plaatsen in verzorgingshuizen teruggelopen van 150.000 tot 84.000 in 2010 en is het aantal 80-plussers gegroeid van 312.000 naar 648.000. Anders gezegd: in ruim dertig jaar tijd is het aantal ouderen verdubbeld en het aantal verzorgingshuisplaatsen gehalveerd.

In de buurt
De komende jaren zal deze tendens zich voortzetten. Mensen met een relatief lichte zorgvraag die voorheen een intramurale indicatie kregen, moeten zelfstandig blijven wonen. Maar wat is er nodig om goed zelfstandig te kunnen blijven wonen? In ieder geval een geschikte woning in een goede woonomgeving. Onder een goede woonomgeving versta ik dat er ook voorzieningen in de buurt zijn die bijdragen aan langer zelfstandig wonen. Een van de belangrijkste thema’s hierbij is contact.

Vereenzamen
Voor veel mensen is contact vanzelfsprekend. Ze hebben familieleden die naar hen omkijken, leuke contacten in een sociale omgeving en de sociale vaardigheden om die relaties in stand te houden. Voor anderen is dit minder vanzelfsprekend. Ze hebben weinig familieleden, geen of een kleine sociale kring en weinig sociale vaardigheden. Deze mensen lopen een groot risico te vereenzamen, en daardoor een groter beroep op zorg te doen.

Leegstand
Vroeger verhuisden oudere mensen vaak naar een verzorgingshuis. Daar vonden ze contact met gelijkgestemden en voelden ze zich minder eenzaam. Die huizen – overal in Nederland – kampen nu met leegstand. Er zijn vaak algemene ruimtes op de begane grond: voorheen restaurant, recreatiezaal, winkeltje en kapper. Een nieuwe bestemming ligt wat mij betreft voor de hand: voorzien in de behoefte aan sociaal contact van oudere buurtbewoners die nog zelfstandig wonen.

Multifunctioneel
Kan dat voor alle verzorgingshuizen? Nee, zeker niet. Maar voor een aantal ervan liggen hier wel degelijk kansen. Daarvoor moeten zorgorganisaties wel anders gaan denken en handelen. Daarover blogde ik eerder al. En om deze verandering (inhoudelijk en financieel) mogelijk te maken, speelt ook de gemeente een grote rol, zowel vanuit haar verantwoordelijkheid voor haar inwoners als vanuit de WMO. De gemeente kan stimuleren dat ook andere organisaties diensten leveren vanuit het verzorgingshuis waardoor een echt multifunctioneel wijkcentrum ontstaat.

Hoe ziet dat er uit?
Hoe ziet dat er dan uit, wat zien we dan, wanneer dit gerealiseerd is?
Ik stel mij dan voor dat er een toegankelijk, uitnodigend gebouw staat waar van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat veel te doen is:
– Ouderen uit de buurt ontmoeten elkaar, nemen deel aan activiteiten en eten met elkaar.
– Jonge, creatieve, zelfstandige ondernemers werken er op flexplekken en ontmoeten elkaar.
– Buurtbewoners met een beperking vinden daar een zinvolle dagbesteding in de horeca, tuinonderhoud, beheer van het complex. Het ruikt de hele dag naar vers gebakken appeltaart.
– Buurtkinderen komen na schooltijd daarheen om met elkaar te spelen.
– Ouders halen hun kinderen op en nemen gelijk nog even een dagverse maaltijd mee voor thuis.
– Het sociale wijkteam heeft spreekuur en vertrekt daar vanuit de wijk in.
– De bewoners van het bovenliggende verpleeghuis maken, samen met een vrijwilliger, een rondje in de buurt.
– In de fitnessruimte werkt een fysiotherapeut aan revalidatie, en bewegen jong en oud op de toestellen.
– Er wordt geklaverjast en geschaakt, en een grote groep kijkt naar een film
– .…

Kortom, een plek voor iedereen!

Win-win
Wanneer gezamenlijk gewerkt wordt aan een inhoudelijk concept dat financieel rendabel is, is er voor een aantal verzorgingshuizen een mooie toekomst weggelegd. En daardoor kunnen mensen dan weer beter en langer thuis blijven wonen. Een ware win-winsituatie.

Augustus 2014, Guido de Ruiter